Als de ouders van kinderen niet meer bij elkaar wonen zullen de kinderen meestal bij een van de ouders wonen en heeft de andere ouder een omgangsregeling. Dit heet officieel ook wel een contactregeling in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken.
Hoe en in welke frequentie de kinderen contact hebben met de ouder bij wie zij niet wonen wordt door de ouders in de meeste gevallen in onderling overleg vastgesteld. Soms lukt dat niet en wil de ene ouder een beperktere of uitgebreidere contactregeling dan de andere ouder.
Als dat zo is en het ouders niet lukt om hier in onderling overleg uit te komen zal de rechtbank uiteindelijk de contactregeling moeten vaststellen. De rechter bepaalt dan op welke dagen de contactregeling plaatsvindt en ook of er wel of niet bij de andere ouder geslapen wordt. De belangen van de kinderen staan dan voorop; de rechtbank zal moeten wegen welke contactregeling het belang van de kinderen het beste dient. Sommige kinderen hebben baat bij regelmaat en structuur, andere kinderen gedijen juist beter als zij wat meer vrijheid hebben. Als de rechtbank twijfelt wat het beste voor de kinderen is kan de rechter de Raad voor de Kinderbescherming om advies vragen.
Ons kantoor heeft ruime ervaring met dit soort zaken, mr. Caroline Schönhagen en mr. Marco Ossentjuk kunnen de belangen die spelen op juiste wijze in juridische argumenten vertalen.