Als hoofdregel geldt dat de vordering van een legitimaris pas opeisbaar is zes maanden na het overlijden van de erflater. Bij testament kan een andere termijn worden bepaald. Het beroep op de legitieme moet in ieder geval gedaan worden binnen vijf jaar na het overlijden, daarna kan het niet meer.
Er zijn verschillende uitzonderingen op de termijn van de opeisbaarheid van de legitieme portie; het onterfde kind kan bij een wettelijke verdeling in beginsel pas zijn geld opeisen na het overlijden van de langstlevende echtgenoot dan wel nadat de langstlevende echtgenoot failliet is verklaard of in de wettelijke schuldsanering terecht gekomen is. Ook andere uitzonderingen zijn mogelijk.