Verdeling gemeenschap / Boedelverdeling

In Nederland is de gemeenschap van goederen nog steeds de hoofdregel voor iedereen die trouwt en niet vooraf of tijdens het huwelijk bij een notaris is geweest voor het maken van huwelijksvoorwaarden.

De gemeenschap van goederen ziet op huwelijksvermogen, op alle bezittingen en schulden. Aan welke bezittingen en schulden moet u denken? Dat kan zijn een huis, een hypotheek, de inboedel, de auto, maar ook een levensverzekering, bankrekeningen, persoonlijke leningen, aandelen, effecten, beleggingen of een onderneming.

Bij scheiding moeten deze bezittingen en schulden van de gemeenschap worden gedeeld, ieder de helft. Deze verdeling wordt ook wel boedelverdeling of boedelscheiding genoemd.

De verdeling van de gemeenschap van goederen omvat in principe alles, zowel het vermogen dat u tijdens het huwelijk kreeg, alsook het vermogen dat u al had voordat u trouwde. Er zijn wel uitzonderingen. Uitzonderingen van vermogen dat u niet hoeft te verdelen en dat buiten de gemeenschap van goederen valt is vermogen dat aan één der echtgenoten in juridische zin verknocht is of vermogen dat geërfd of geschonken wordt onder een uitsluitingsclausule. Een uitsluitingsclausule wordt in het testament of de schenkingsakte opgenomen. De erflater of schenker bepaalt dat de erfenis of schenking aan één der echtgenoten niet valt in enige gemeenschap van goederen. Bij scheiding wordt dit vermogen dan niet verdeeld.

De gemeenschap van goederen is dus een vermenging van al het vermogen door huwelijk. Bij scheiding houdt die vermenging van vermogen op en wel op het moment dat een verzoekschrift tot echtscheiding bij de rechter wordt ingediend. Op die datum wordt de gemeenschap van goederen ontbonden. Vervolgens begint de verdeling van het vermogen dat er op die datum is.

Met u zal eerst worden geïnventariseerd welke  bezittingen en schulden er zijn en of deze allemaal in de te verdelen gemeenschap vallen. De waarde van dit vermogen van de gemeenschap van goederen wordt zo goed mogelijk bepaald, hetzij door partijen in overleg hetzij door een deskundige. Dan vindt de eigenlijke verdeling van de bezittingen en schulden plaats; wie houdt wat en wie betaalt welke schulden? Uit deze feitelijke verdeling volgt of beide echtgenoten uiteindelijk de helft van het te verdelen vermogen hebben ontvangen. Heeft een echtgenoot per saldo meer dan de helft van het totale te verdelen vermogen ontvangen dan is hij/zij overbedeeld. Dit kan worden rechtgetrokken door een uitkering in geld aan de andere echtgenoot.

Komt u er samen niet uit dan kan de rechter in de echtscheidingsprocedure op verzoek de verdeling van de gemeenschap van goederen vaststellen en daarbij zonodig de overbedelingsuitkering bepalen.